“Als manager wil ik nog steeds met mijn poten in de klei staan”

Scroll down

Rotterdammers zorgen voor elkaar, toch!

Het verhaal van...

Ida Huijgens (49)

Werktuigbouwkundige: dat beroep zag de jonge Ida voor zichzelf wel zitten. “Mijn vader werkte in de weg- en waterbouw en hij nam me weleens mee naar de zaak. Stoer, vond ik – ik keek mijn ogen uit. Hij vond het echter geen werk voor zijn dochter en zag mij ook niet direct in zo’n ruw mannenbolwerk zitten. Dus ik ging naar het LMBO, met de belofte dat ik tijdens vakanties wat kleine klusjes voor hem mocht doen.”

Zo ver kwam het niet. “Het leven nam een wending”, vertelt Ida. “Mijn ouders gingen scheiden en mijn moeder besloot een opleiding tot verpleegkundige te volgen. Dat was mijn eerste aanraking met de zorg. Toen mijn oma ziek werd, hielp ik met de verzorging waar ik maar kon.”

Dat ging Ida goed af: ‘Waarom ga je niet in de zorg werken?’, stelde haar moeder op een dag voor. “Daar had ik nooit over nagedacht, maar het leek me wel wat. Praktisch ook, want er was werk zat. Nu zou ik eindelijk op kamers kunnen, bedacht ik! Het is de beste keus van mijn leven geweest, ik had niets anders willen doen dan hetgeen ik nu doe.”

Visie

Ida begon in 1987 met de opleiding tot verzorgende bij Antonius, een verpleeghuis op de Binnenweg. Daar begon ze eigenlijk al met het ontwikkelen van een eigen visie, herinnert ze zich. “Het viel me op hoeveel mensen alleen naar de beperking van iemand kijken, naar wat ‘gedaan moet worden’. Ik wilde juist de mens zien. Wie is die man in de rolstoel? Wat heeft hij meegemaakt, waar wordt hij blij van? Destijds vond er al een verschuiving plaats in de zorg; er moest bezuinigd worden, registratie werd belangrijker, er was minder tijd beschikbaar voor de mensen zelf… Triest, vond ik. ‘Als ik het verschil wil maken, moet ik hoger in de boom’, bedacht ik. Ik ontwikkelde mij verder tot opleider en later als personeelsadviseur.”

 

“Ik wil met mijn poten in de klei staan”

Open deur

Maar hele dagen op kantoor zitten is niets voor Ida, bleek al snel. “Ik moet met mijn poten in de klei staan. Ik wil onder de mensen zijn. Ik wil bouwen met en voor de mensen en daarvoor moet je…- juist! – óp de bouwplaats zijn.”
Ze solliciteerde naar een baan als manager bij De Wetering en werd aangenomen.
“Mijn deur staat altijd open”, zegt ze. “Niemand hoeft te kloppen. En als ik hier ’s morgens binnenkom en ik zie lachende mensen, of ik hoor gezang uit het restaurant, weet ik dat ik mijn werk goed doe. Daar is het mij om te doen: blije mensen.”
En dat begint met blije medewerkers. “Zij moeten het doen. Werken in de zorg is de mooiste baan die er is, je krijgt er zoveel voor terug, maar je moet wel het gevoel hebben dat je gehoord wordt en dat je je werk uit kunt voeren, met je hart. Daarom luister ik altijd goed naar de medewerkers en naar de ideeën die zij hebben. Zij staan immers dag in dag uit aan de bedden.”

Hoe ziet Ida de toekomst? De zorg staat te springen om mensen en gelijktijdig zitten er veel mensen thuis. Ida: “Ik richt me in de werving en selectie nadrukkelijk op zij-instromers en vijftigplussers. Daarnaast doe ik actief aan loopbaanbegeleiding met mijn medewerkers, zodat zij ookals ze ouder worden, hier nog steeds kunnen blijven werken.”

 

Eerder in de zorg gewerkt? Klik hier voor meer info!

 

Deel dit bericht: