"Ik wilde leven."

Scroll down

Rotterdammers zorgen voor elkaar, toch!

Het verhaal van...

Ruud Sijpenhof (73)

Hij telt inmiddels ‘73 lentes’, maar die zou je hem niet geven. Een vrolijke, ondeugende twinkeling in zijn ogen, petje op zijn hoofd. Net twintig jaar was Ruud, toen hij vanuit Suriname naar Nederland kwam. “Die jongens van nu zijn lui. Ik kwam hier op een doordeweekse dag aan, nam een dag om bij te komen van de reis en daarna ging ik op zoek naar werk. Daarvoor kwam ik hier immers, om werken!”

Ruud werkte een tijdje als sjorder in de Rotterdamse haven, via een uitzendbureau. “Dan verzamelden we ons bij Rotterdam CS en kwamen ze langs om ons op te halen.”

Een paar jaar later liet hij zich omscholen en kreeg een baan als constructie lasser bij Boele en Oosterwijk, een aannemingsbedrijf gespecialiseerd in de levering en distributie van ophoogzand en dat later opging in het Boskalis concern. “Dat heb ik jaren gedaan. Ik vond het ontzettend leuk werk. Iedere dag was anders, het was gezellig met collega’s, de sfeer in de haven was machtig mooi… Ik had het tot mijn pensioen kunnen volhouden.”

15 meter
Van de val, nu alweer veertig jaar geleden, herinnert Ruud zich niets meer. Met een ploeg waren ze aan het lassen in een loods in Breda. Nota bene zelf had hij het gat van 15 meter diep gelast. “Ik was altijd zo gericht op veiligheid, drong er bij anderen op aan ook maatregelen te nemen. Dat is misschien nog het frustrerende, ik heb echt geen idee hoe het heeft kunnen gebeuren.”

Hij werd wakker in het ziekenhuis, na een paar dagen in coma gelegen te hebben. “Ik had een hoge nekwervel beschadigd en zou nooit meer kunnen lopen. Mijn handen en armen werken ook niet goed meer.”

“Ik ga niet opgeven”

 

Mantelzorg
De positieve Ruud herinnert zich met een glimlach hoe hij vanuit Breda naar het Erasmus MC in Rotterdam vervoerd werd. “Liggend, de weg werd voor me vrijgemaakt – toen voelde ik me even als een koning, hoe triest de situatie ook was. Nadat ik uit het ziekenhuis werd ontslagen, heb ik een hele tijd gerevalideerd in Leersum.”

Ruud had destijds een vrouw en kinderen. “Ik kwam thuis te wonen en mijn vrouw zorgde voor me. Na een tijdje liep ons huwelijk spaak, mede door de intensieve mantelzorg – onze relatie was natuurlijk niet meer hetzelfde. Toen zijn we gaan kijken of ik ergens begeleid kon wonen.” Met groot plezier woonde Ruud lange tijd op de Zilverlinde, een dependance van Humanitas. “Daar had ik vrienden, ik had heel leuk contact met alle zusters en ik kreeg alle hulp die ik nodig had. Gelijktijdig kon ik ook gaan waar ik wilde.” Door een reorganisatie moest Ruud daar weg en is nu in afwachting van een nieuwe woonlocatie. Hij zucht eens diep. “Jammer ja, ik hoop dat ik weer op zo’n fijne plek mag wonen.”

Heeft Ruud het nog moeilijk met zijn handicap? Hij haalt zijn schouders op. Het is wat het is, lijkt hij te willen zeggen. “Natuurlijk ben ik heel boos en verdrietig geweest, maar ik dacht ook al snel: ik ga niet opgeven. Ik wil niet dood, ik wil leven. Zo denk ik nog steeds. Mijn leven is niet slecht. Ik ben een rijk man; twee keer getrouwd geweest, ik heb vijf kinderen die me regelmatig komen opzoeken. Ik heb een goed stel hersens, ik heb vrienden en ik geniet elke dag buiten van mijn sigaretje. Dat is alles wat ik nu nodig heb.”

 

Eerder in de zorg gewerkt? Klik hier voor meer info!

 

Deel dit bericht: