“Ik ben nog elke dag blij met mijn keuze om terug de zorg in te gaan”

Scroll down

Rotterdammers zorgen voor elkaar, toch!

Het verhaal van...

Kim van der Linden (38)

Kim van der Linden was er bijna twaalf jaar ‘uit’ geweest toen ze een jaar geleden opnieuw de stoute schoenen aantrok en ging solliciteren. “Het was best even spannend, maar al snel voelde ik me weer als een vis in het water.” Nog twee toetsen en dan mag ze zichzelf weer gecertificeerd verpleegkundige noemen!

We ontmoeten Kim in haar appartement in Lage land. Hier woont ze met haar zoon (14) en dochter (12). Als Kim koffie heeft gezet, de stroopwafels op tafel staan en de twee hondjes allebei met een eigen kluifje in hun mandje liggen, steekt ze van wal.
“Ik wist op mijn zeventiende al zeker dat ik verpleegkundige wilde worden. Zó zeker zelfs, dat ik mijn middelbare school niet afmaakte en na de vierde klas een certificaat op mavo D niveau aanvroeg.” Die kreeg ze en zodoende kon Kim met de opleiding tot verpleegkundige starten; een werk-leertraject bij het Havenziekenhuis. “Ik vloog door de studie heen”, herinnert ze zich. “Ondertussen liep ik mee op verschillende afdelingen, van chirurgie tot de kraamafdeling, en liep tussendoor stages in verpleeghuizen.”

Mis
Na haar afstuderen kwam Kim in de thuiszorg te werken. “Gek genoeg beviel me dat toen helemaal niet. ’s Morgens had ik mijn routes, maar ’s middags zat ik vaak alleen maar kantoorwerk te doen. Ik vond het saai. Misschien kwam dat wel doordat ik de bedrijvigheid van het ziekenhuis gewend was.”
Kim ging terug het ziekenhuis in, het IJsselland ditmaal, waar ze op de afdeling interne geneeskunde kwam te werken. “Pittig hoor”, herinnert ze zich, “je krijgt met veel ellende te maken. Ernstig zieke mensen, overlijdens, zware gesprekken…”
In die periode raakte ze zwanger van haar zoon. “Ik was 23. Dat is natuurlijk best jong, maar we waren heel gelukkig met de komst van ons eerste kindje. Het was echter ook een zware tijd. Ik was inmiddels naar een andere afdeling verplaatst waar ik niet op mijn plek zat. Toen twee jaar later mijn dochter geboren werd, ging het finaal mis.”

Een postnatale depressie. “Een hele zware. Ik belandde in de ziektewet. Als klap op de vuurpijl gingen mijn ex-man en ik drie maanden later uit elkaar – we waren tien jaar samen geweest. Ik kon het huis alleen niet betalen, dus ik trok met mijn kinderen bij mijn ouders in. Ik kon niets, ik was zo ziek… Het eerste levensjaar van mijn dochter kan ik me nauwelijks herinneren.”

Voor kinderen zorgen
Langzaam maar zeker krabbelde de jonge moeder na een jaar een beetje op. Ze kreeg een eigen woning toegewezen, maar besloot nog niet gelijk te gaan werken. Ze zou in een uitkering blijven tot haar dochter vijf jaar oud was, was aanvankelijk het idee. “Maar na die tijd dacht ik; ik wil thuis blijven, ik wil voor mijn kinderen zorgen.”

Nee, ze heeft geen spijt van die keuze. “Het was heerlijk om zo intensief met de kinderen samen te zijn, zeker na de moeilijke start die we gehad hebben. Maar na een tijdje kwamen de muren toch op me af. De kinderen werden steeds zelfstandiger en gaan meer hun eigen gang. Ik zat maar thuis, ging me weer ellendiger voelen.”
Een half jaar geleden klapte ze de laptop open en ging zoeken. “Ik heb hier en daar gesolliciteerd – altijd in de zorg, dat is nu eenmaal wat ik goed kan en waar ik het meeste plezier uithaal.”

“Ik werk hier in de wijk en kan het goed combineren met de zorg voor de kinderen”

 

Vis in het water
De Lelie Zorggroep gaf haar graag een kans. “Weer als thuiszorgmedewerker. Omdat ik zo lang uit het vak ben geweest, is mijn BIG Registratie verlopen – ik moet opnieuw mijn certificaten halen. Ik begon dus als helpende en ben inmiddels verzorgende IG. Het was eerst wel gek hoor, om weer bij mensen aan het bed te staan, maar al snel voelde ik me als een vis in het water. Alsof ik nooit anders gedaan heb!”

Jaren geleden vond ze het saai, die thuiszorg. Hoe is dat nu? “Heel anders”, stelt Kim met een grote glimlach. “Ik vind het nu veel leuker dan toen – misschien heb ik wat meer rust gevonden, of sta ik er door mijn levenservaring anders in. Ik zorg graag voor anderen, ik vind het heerlijk om iets te kunnen betekenen. Dat je na een huisbezoek weggaat en mensen blijer achterlaat dan je ze aantrof, dat is toch mooi? Ik begon met acht uur per week, inmiddels zijn het er vierentwintig – ik werk hier in de wijk en kan het goed combineren met de zorg voor de kinderen.”

Trots
Ze weet nog goed hoe zíj tegen herintreders aankeek in de tijd dat ze net werkte. Kim lacht: “Ik was toen een jonge twintiger, zij waren vijftigers – waar begin je aan, dacht ik weleens. Nu ben ik zelf een herintreden!”
Ze is nog elke dag blij met haar keuze om weer aan het werk te gaan. “Ik ben een totaal ander mens! Ik sta weer in maatschappij, ik wist niet dat dat zo’n verschil kon maken, het gevoel dat je er weer toedoet. Dat je aan je kinderen kunt laten zien dat je werkt en dat het goed is. Dat ik een goed voorbeeld geef door niet meer afhankelijk te zijn van een uitkering.”
Haar zoon is apetrots, vertelt ze. “Hij zegt tegen iedereen ‘mijn moeder is verpleegkundige. Hij vraagt ook vaak naar mijn toetsen. Nog maar twee, dan mag ik mezelf weer officieel verpleegkundige noemen!”

 

Eerder in de zorg gewerkt? Klik hier voor meer info!

 

Deel dit bericht: