"Het heeft lang geduurd voor ik mezelf kon accepteren."

Scroll down

Rotterdammers zorgen voor elkaar, toch!

Het verhaal van...

Chiel Smit (82)

Chiel is tuin- en landbouwarchitect, maar zijn passie voor interieur is eveneens niet te missen: toen het woon- en zorgcentrum van Humanitas aan het Bergwegplantsoen onlangs een bibliotheek opende die maar geen bezoekers ontving, waren het de adviezen van Chiel die voor een positieve omslag zorgden. “Dat deed me wel wat ja”, bekent hij na enig aandringen. “Ik bedacht een leestafel met kranten en tijdschriften en speelde met indeling en verlichting. Het moest uitnodigend en aantrekkelijk worden.”

Dat oog voor schoonheid zat er al vroeg in. “Als wij thuis een verjaardag vierden lag er altijd een vlag over een speciale tafel”, vertelt Chiel. “Hoe klein ik ook was, ik zei hoe die moest liggen. Ik wilde ook altijd bloemen in huis. Mijn moeder was ook altijd met interieur bezig, met beperkte middelen – Ikea hadden we nog niet. En met kerst versierde mijn broer het huis uitbundig. Er was veel creativiteit bij ons thuis.”

Dienstmeisje
Chiel werd geboren in Bloemendaal. Zijn vader had destijds een functie als chef boekhouding bij een krant die later opging in de Telegraaf. Nadat hij  in de crisis van de jaren dertig ontslagen werd, opende hij een verlichtingszaak op de Overtoom. Chiel was zes maanden oud toen het gezin in Amsterdam kwam te wonen.

“Ik zag als een berg op tegen mijn eerste schooldag”, herinnert Chiel zich van zijn latere jaren. “Ik vond het thuis veel leuker! We hadden een dienstmeisje en ik trok de hele dag met haar op; ze leerde me liedjes, ik ging mee boodschappen doen…”

De oorlog was al een paar jaar bezig toen Chiel op zijn zesde toch naar school moest. Hij denkt even na. “Het lijkt of ik weinig van de oorlog heb meegekregen. Ik herinner me nog dat we maandenlang ‘schoolvrij’ kregen omdat de kachels niet branden vanwege kolengebrek. Dan gingen we altijd schaatsen op de Amsterdamse grachten. Nog steeds heb ik, als iets onverwacht niet doorgaat, dat kinderlijk blije gevoel van: ‘o dan gaan we wat leuks doen!’ Gek he?”

“Op mijn 82ste ben ik nog betrokken bij de restauratie van een oud park, als vrijwilliger!”

Clubjes
Weinig effectieve schooljaren dus, maar zijn creatieve ontwikkeling ging onverstoord door. “Op onze zolder richtte ik modelkamertjes in met meubels, koperen borden en wandkleden die ik daar vond.”

Chiel studeerde aan de Hoge School voor Tuin en Landschapsinrichting in Boskoop en werkte sindsdien aan tal van groene projecten. “Het is ook echt wat geworden”, stelt hij trots. “In beginsel was ik nog heel bescheiden, maar ik heb me na mijn pensioen laten verleiden tot deelname aan tuinclubjes waar mij mening erg op prijs werd gesteld. Ik organiseerde ook Open Tuin Dagen – heel erg leuk. En wat ik nooit had kunnen denken, is dat ik nu op mijn 82ste nog betrokken ben bij de restauratie van een oud park, als vrijwilliger!”

Seksualiteit
Sinds drie jaar woont hij in een aanleunwoning in het woon- en zorgcentrum van Humanitas aan het Bergwegplantsoen. Samen met zijn vriend Salomon, die hier een jaar eerder al een appartement betrok, geniet hij van alles wat de stad te bieden heeft. “Ik kwam hier al vaker voor de roze salon. Samen met Salomon bezocht ik jaren geleden al vijftigplusbeurzen waar woningen aangeboden werden in het groen. Salomon is alleen met geen tien paarden uit Rotterdam weg te krijgen (lacht). De toenmalig directeur was een homoseksuele man en hij wilde ons hier graag hebben. En ik dacht: ik heb altijd in het groen geleefd, nu mag het wel eens wat anders.” Bij gebrek aan tuin en balkon heeft Chiel een grote plantenbak – op wielen! – neergezet. “Mijn heerlijke tuin-aan-huis”, zegt hij trots.

Zo makkelijk als Chiel nu over zijn homoseksualiteit praat, zo moeilijk was het vroeger. “Ik wilde er gewoon niet aan. Het waren ook andere tijden natuurlijk. Mensen spraken van een homoseksuele buurjongen als van de ‘verkeerde kant’. Als het over homo’s ging werd er altijd wat lacherig  gedaan. ‘Pas maar op, straks knijpt hij in je kont’ – dat soort opmerkingen.”

Tijdens zijn opleiding werd Chiel verliefd op een heterojongen. “Niet een beetje verliefd; stapel was ik! Toen ik het hem uiteindelijk durfde te vertellen verwaterde de vriendschap. Dat alles bij elkaar heeft ervoor gezorgd dat ik lang niet uit de kast durfde te komen. Ik verbood mezelf naar jongens te kijken. Dat zorgde weer voor dwanggedachten en zelfmoordgevoelens.” Zijn blik richt zich even op een punt in de verte, dan vervolgt hij: “Toen ik een huis in Lopik vond, een boerendorp waar ik 38 jaar heb gewoond , en mensen vroegen of ik een vrouw had, antwoordde ik: ‘ik heb vrienden.’ Daar liet ik het bij.” Hij zwijgt voor een moment. “Het was een lange moeilijke weg…”

Zelfmoord
Na vijf jaar therapie kon Chiel zichzelf accepteren voor wie hij was. “Toen besefte ik dat je van je eigen seksuele gevoelens moet uitgaan en niet van de burgerlijke en kerkelijke normen en waarden die je gedurende je opvoeding worden voorgeleefd. Zelfmoordgevoelens verdwenen na mijn acceptatie als sneeuw voor de zon.”

Uiteindelijk was het heel leefbaar in Lopik, herinnert Chiel zich: “zolang ik maar ‘normaal’ deed.” Nee, hij neemt niemand iets kwalijk. “Weet je, mensen moeten leren. Ik moest leren homo te zijn, zij moesten leren toegroeien naar acceptatie. Zo eenvoudig is het.”

Kleine jongen
Chiel is nu gastheer in de roze salons van Humanitas. Hier komt een bont gezelschap van LHBT’ers, allemaal 65+, samen. Onder het nuttigen van een hapje en een drankje vertelt iedere deelnemer over zijn of haar ervaringen van de afgelopen week. “Dat noemen we ‘het rondje’”, legt Chiel uit. “In de woensdaggroep bespreken we daarnaast een thema. Zo gaat het bijvoorbeeld over eenzaamheid, of wat je nog wil bereiken in het leven, we praten over de hoogtepunten in je leven of dingen die juist mislukt zijn. We houden het dicht bij onszelf. Iedereen kan meepraten.”

Chiel loopt sinds een paar jaar met een rollator vanwege een evenwichtsprobleem; een overblijfsel van een zwaar virus dat hij opliep toen hij net drie maanden in Rotterdam woonde. “Ik werd ineens heel erg ziek. Griep, dacht ik, maar ik droogde almaar verder uit. Uiteindelijk heb ik anderhalve maand in een verpleeghuis gezeten. Ik ben er ook slechthorend door geworden. Dat valt niet op he?” Chiel lacht: hij heeft het beste gehoorapparaat dat er maar is!

“Weet je wat zo gek is”, vervolgt hij. “Toen ik ziek was, heb ik geen moment gedacht ‘o wat erg.’ Op de één of andere manier nam ik de situatie zoals-ie was. Toen Salomon ineens tegen me zei dat ik misschien naar huis mocht, kwam dat als een enorme verrassing. ‘Ja!’, dacht ik ineens. ‘Ik wil eigenlijk weer naar huis, terug naar mijn oude leven. Er is nog zoveel te doen!”

 

Eerder in de zorg gewerkt? Klik hier voor meer info!

 

Deel dit bericht: